Gemeenschappelijk verdrag (1995)
Basis voor de hechte politieke banden tussen Vlaanderen en Nederland is de op 17 januari 1995 ondertekende Gemeenschappelijke Verklaring. Artikel 9 van deze tekst bepaalt dat Vlaamse en Nederlandse regeringsdelegaties elkaar jaarlijks ontmoeten om de algemene samenwerking te oriënteren en concrete onderwerpen te bespreken. Daarbij gaat het o.m. over dossiers als de Westerschelde, grensoverschrijdende spoorwegdossiers, gezamenlijk optreden in derde landen, brede maatschappelijke en economische ontwikkelingen, enz.
Andere verdragen
Sinds 1993 beschikken de deelstaten in België over de grondwettelijke bevoegdheid verdragen te sluiten met staten en andere regio’s over die materies waarvoor de deelstaat ook binnen België zelf bevoegd is. Vlaanderen sloot sindsdien met zijn meest bevoorrechte partner Nederland een hele reeks verdragen. Over onderwerpen die behoren tot de bevoegdheid van de Vlaamse overheid onderhandelen Vlaamse ministers dus rechtstreeks met hun Nederlandse collega’s.
Belangrijke Vlaams-Nederlandse verdragen zijn:
Het verdrag inzake de Taalunie (1980)
Dit verdrag werd nog door het Koninkrijk België afgesloten, alvorens Vlaanderen over de bevoegdheid beschikte om verdragen te sluiten. Vlaanderen beschikt over alle bevoegdheden om uitvoering te geven aan het streven naar integratie tussen Nederland en Vlaanderen op het gebied van Nederlandse taal en letteren in de ruimste zin en vult dit verdrag dan ook volledig in. Voor meer informatie over de Taalunie: https://taalunie.org/
Het cultureel verdrag (1995)
Vlaanderen en Nederland streven naar zo nauw mogelijke samenwerking op het terrein van cultuur, onderwijs, wetenschappen en welzijn. Een Gemengde Commissie ziet hierop toe en adviseert de beide regeringen.Het verdrag inzake de verruiming van de vaarweg van de Westerschelde (1995)
Hierdoor werd een getij-ongebonden vaart naar de haven van Antwerpen gerealiseerd voor schepen met een diepgang van 11,60 meter.
Vier nieuwe Scheldeverdragen (2005)
In 1999 bereikten Nederland en Vlaanderen overeenstemming over een Lange Termijn Visie op het Schelde-estuarium. Deze visie werd uitgedrukt in een Ontwikkelingsschets. Zij vormt een integraal en samenhangend pakket van projecten en maatregelen waarin de maritieme toegankelijkheid van de Scheldehavens en met name die van Antwerpen, de natuurlijkheid van het gebied en de veiligheid ervan tegen overstromingen op evenwichtige wijze aan bod komen en waarin alle belanghebbenden, verenigd in het zogenaamde. Onafhankelijk Advies Platform (OAP) zich konden vinden. De Ontwikkelingsschets vormde de inhoudelijke basis voor de onderhandelingen over en vervolgens het sluiten van de vier Scheldeverdragen in december 2005:
-
Verdrag over de uitvoering van de Ontwikkelingsschets Schelde-estuarium 2010.
-
Verdrag inzake de samenwerking inzake beleid en beheer in het Schelde-estuarium
-
Verdrag inzake het Gemeenschappelijk Nautisch Beheer in het Scheldegebied
-
Verdrag inzake de beëindiging van de koppeling van de loodsgeldtarieven
Verdrag over de uitvoering van de Ontwikkelingsschets 2010
Het verdrag voorziet dat de vaargeul van de Westerschelde wordt verruimd om een getij-ongebonden vaart mogelijk te maken voor schepen met een diepgang tot 13,10 m.
Verdrag inzake beleid en beheer van het Schelde-estuarium
Dit verdrag gaat verder op de beslissing van de Nederlandse en de Vlaamse Overheid om samen te werken rond de optimalisering van een maximale beveiliging tegen overstromingen, de toegankelijkheid van de Scheldehavens, en het behoud van een gezond en dynamisch estuarien ecosysteem in de Westerschelde. Dat laatste slaat bijvoorbeeld op het behoud van het typische meergeulensysteem, met een diepe vaargeul maar ook tal van minder diepe of ondiepe geulen in de rivier, die samen zorgen voor een erg rijk natuurgeheel in en bij de Schelde. Om die doelstellingen te bereiken, bepaalt dit verdrag dat:
-
beide landen samen plannen, programma’s en projecten zullen opstellen en uitvoeren;
-
beide landen samen de evolutie van de Schelde zullen bestuderen en in de gaten houden;
-
beide landen zich verplichten om voor de meest soepele procedures te kiezen.
De Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie is het instrument voor het verwezenlijken van deze doelstellingen. Voor meer informatie: www.vnsc.eu
Verdrag inzake het Gemeenschappelijk Nautisch Beheer
Dit verdrag gaat uit van de gemeenschappelijke zorg voor een veilige en vlotte afwikkeling van het scheepvaartverkeer in het Scheldegebied: de Westerschelde en Beneden-Zeeschelde en zijn onmiddellijke aanlooproutes en het Kanaal Gent-Terneuzen. Vlaanderen en Nederland staan, op voet van gelijkheid, samen in voor het efficiënt gebruiken van de vaarweg voor de scheepvaart.
Verdrag inzake de ontkoppeling van de loodsgelden
Dit is een juridisch-technisch verdrag waarbij vroegere verdragsbepalingen rond de loodsgeldkoppeling werden gewijzigd en uiteindelijk afgeschaft. In de marge van dit verdrag maakten de Vlaamse en de Nederlandse Scheldeloodsdiensten afspraken om te komen tot een nauw samenwerkingsverband.
Verdere belangrijke verdragen die Vlaanderen met Nederland sloot:
- De Verdragen inzake de bescherming van de Schelde, respectievelijk de Maas (1995 en 2002): bevatten afspraken, onder meer i.v.m. de kwaliteit van het water van deze rivieren.
- Het Verdrag inzake de afvoer van het water van de Maas (1995): bevat afspraken i.v.m. het debiet van de Maas.
- Het Verdrag over de oprichting van een Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO): op 3 september 2003 hebben Nederland en Vlaanderen een verdrag ondertekend over een gemeenschappelijke accreditatieorganisatie. Het verdrag symboliseert de wil van beide regeringen om in het Bolognaproces een voortrekkersrol te spelen het hoger onderwijs.
Ontmoetingen tussen Vlaamse en Nederlandse ministers
Om de twee jaar ontmoeten de Nederlandse en de Vlaamse minister-president en een aantal ministers elkaar voor een formele top, hetzij in Nederland, hetzij in Vlaanderen. Daarnaast zijn er regelmatig informele contacten.
De ministers van Onderwijs en de minister/staatssecretaris van Cultuur van Vlaanderen en Nederland ontmoeten elkaar met grote regelmaat in het kader van hun werkzaamheden in de Nederlandse Taalunie. Ook daarbuiten zijn er veelvuldig contacten, onder meer in de marge van Europese vergaderingen.
Geregeld vinden ook ontmoeting plaats tussen de bewindslieden of hoge ambtelijke vertegenwoordigers die bevoegd zijn voor Verkeer en Waterstaat/Infrastructuur, Ruimtelijke Ordening, Natuur en Milieu, Integratie en Minderhedenbeleid, Mobiliteit, Economische Zaken en Innovatie, enzovoort.